zaterdag 20 december 2014

Er is een grote norse neger

er is een grote norse neger in mij neergedaald
die van binnen dingen doet die niemand ziet
ook ik niet want donker is het daar en zwart

maar ik weet zeker hij bestudeert er
aard en struktuur van heel mijn blanke almacht

hij morrelt eerst aan halfvermolmde kasten
dan voel ik splinters schieten door mijn schouder
nu leest hij oude formulieren dit is het lastigst
te veel slaven trok ik af van de belasting


Lucebert

zondag 12 oktober 2014

Een streep

Ik trok een streep:
tot hier,
nooit ga ik verder dan tot hier.

Toen ik verderging
trok ik een nieuwe streep,
en nog een streep.

De zon scheen
overal zag ik mensen,
haastig en ernstig
en iedereen trok een streep
iedereen ging verder.

Toon Tellegen uit: Gedichten 1977-1999

zaterdag 23 augustus 2014

Langzaam

Langzaam opent zich het inzicht
dat een werkelijk vers iets levends
is, van stonden aan een wonder.

Langzaam opent zich het inzicht
dat het licht van binnenin is
wat die wisseling geeft van tinten.

Langzaam opent zich het inzicht
dat geen mensenkind kan weten ...

waar de herkomst van het vers ligt.
Ida Gerhardt

vrijdag 1 augustus 2014

Oktober

Teder en jong, als werd het voorjaar
maar lichter nog, want zonder vruchtbegin,
met dunne mist tussen de gele bladeren
zet stil het herfstgetijde in.

 

Ik voel alleen, dat ik bemin,
zoals een kind, iets jongs, iets ouds,
eind of begin? Iets zo vertrouwds
en zo van alle strijd ontheven -
niet als een einde van het leven,
maar als de lente van de dood.

 



De kruinen ijl, de stammen bloot
en dit door stilte en mist omgeven. 

Dit gedicht is van Vasalis: “Het klinkt een beetje treurig. Maar het pas zo mooi, dat ik er blij van wordt.”

dinsdag 4 maart 2014

Leo Vroman is dood

Tijdens zijn leven heb ik weinig gedichten van hem gelezen. Ik was dus geen liefhebber. Maar sinds ik Judith Herzberg bij Boeken hoorde uitleggen waar het om gaat, ben ik begonnen.

De Twee gedachten

Een denker dacht met zacht misbaar
twee gedachten bij elkaar.

Daar zij niet naar buiten kwamen
had hij zelf voor hen geen namen.

Wij noemen ze dus Ploot en Fuit
(zo zagen zij er namelijk uit)…

Fuit was zestig angström groot
maar magerder dan kromme Ploot.

Het viel niet op hoe overdag
de een over de ander lag

maar in de stilte van de nacht
lagen zij languitgedacht

en zo verward als mensenhaar
vochten zij dan met elkaar

zodat de denker mompels maakte
en met een pijn in ’t hoofd ontwaakte.

Dus stonden altijd naast zijn bed:
a) glas water b) tablet.


Hij goot en kruimde deze dingen
dan door het hoofd het lichaam binnen

en spoedig lagen Ploot en Fuit en
ook anderen het westen buiten.

Later hadden ze dan spijt
van hun tegenstrijdigheid.

'Waarom denkt’ riep dan het paar
‘hij ons altijd bij elkaar?

Als hij ons om beurten dacht
wou ‘k wel om de andere nacht
opnieuw bedacht.’

Toen kreeg de denker een idee:
Hij dacht om beurten aan de 2.

Nu slaapt hij altijd in op tijd
en door tot uren na het ontbijt.

m o r a a l

op enkele dagen van het jaar
is bijna alles wel eens waar.

-----------------------------------
uit: Fabels. Met prenten van Peter Vos.
Amsterdam, Querido, 1962.

zaterdag 1 februari 2014

Gooise Poezie vertaalwedstrijd 2014


CONVERSATION van Louis MacNeice 

Ordinary people are peculiar too:

Watch the vagrant in the eyes

Who sneaks away while they are talking with you

Into some black wood behind the skull,

Following un-, or other, realities,

Fishing for shadows in a pool.

But sometimes the vagrant comes the other way

Out of their eyes and into yours

Having mistaken you perhaps for yesterday

Or for tomorrow night, a wood in which

He may pick up among the pine-needles and burrs

The lost purse, the dropped stitch.

Vagrancy however is forbidden; ordinary men

 

Soon come back to normal, look you straight

In the eyes as if to say ‘It will not happen again’,

Put up a barrage of common sense to baulk

Intimacy but by mistake interpolate
Swear-words like roses in their talk.

 
De winnende vertaling en het juryrapport  staan op de website van de bibliotheek.