donderdag 7 februari 2013

Winnende vertaling Gooise Poëzieprijs


Dode Musici

I

Van u uit, Beethoven, Bach en Mozart,

Ontvlamde de stof van mijn dromen.

U bouwde tempels in mijn hart,

Deed torenhoog verlangen komen.

U was het vuur en ’t lichtend pad

Van gedachten op weg naar gebeden.

U was de storm die woedde, het licht dat

Viel op verre riddersteden.

II

Grote namen, waar zijn jullie nou

In deze barre tijd van jeugd die streeft

Door doem heen naar vrede : ik draag in rouw

Een krans van bannelingen die zijn gesneefd.

Jullie hebben part noch deel aan jongens die vochten

En die aan mijn zijde leden en lachten.

De fuga’s en symfonieën die jullie wrochtten

brachten hen niet terug in mijn gedachten.

III

Want als mijn geest naar hen op zoek gaat,

Dan haal ik hen terug in de taal van de straat.

Met foxtrots verleid ik die schimmige heren.

“Nog zo een drankje zal ons niet deren”.

Ik denk aan ragtime, een vleugje ragtime;

En zie hun gezichten wervelen in ‟t rond

Op de klank van syncopische maten.

Ze hebben zoveel leuks te bepraten,

Thuis uit de hel met dank aan die handige wond…

En dan stopt het lied plots; en ik ben alleen.
 
Zij zijn dood … Geen grammofoon, in godsnaam, neen!

Hans Huismans - Blaricum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten